Copyright © 2014 by Nvvve-Anuuda   •   All Rights reserved   •
Home About Me My Family My Hobbies My Work My Pictures Contact
MINURSO:
Mission des Nations Unies pour le Referendum du Sahara Occidental
( 05 Jun 1993 -  15 Dec 1993 )
® Adjudant Majoor De Keulenaer Norbert.
In pagina gezet door Eric Van Heuverswyn
Verhaal van een woestijnrat:

Na de vorige zending van 1989 (UNTAG) kwam er in 1991 een oproep binnen voor een CIVPOL (United Nations Civilian Police) in de Westelijke Sahara.

In totaal zouden er 10 MP’s vertrekken, ditmaal zonder de toenmalige Rijkswacht. De reden weet ik niet maar ik denk dat Defensie deze “jobkes” voor hen alléén wilden houden. De coördinatie werd dus gedaan door de Generale Staf van de Krijgsmacht, met in het bijzonder de Staf van de toenmalige Companieën MP Landmacht. De geselecteerde kandidaten zouden dienst doen als UN CIVPOL(United Nations Civil Police), met als takenpakket toezicht houden op de voorafgaande meetings van de verkiezingen (voor onafhankelijkheid), de registratie van de potentiële kiezers en toezicht op het politiepersoneel in de Westelijke Sahara. Bijkomend moesten we ook de Ops (operaties) verzorgen van de registratiecommissie; ttz vingerafdrukken nemen, de veiligheid van hun documenten verzekeren, kieslijsten verdelen en de naamlijsten van de potentiële kiezers nazien en aanvullen.

De Westelijke Sahara was een Spaanse kolonie eerst geclaimd werd door Mauretanië en door Marokko maar die na de “Groene Mars”geannexeerd werd door Marokko (terugtrekking van de mauretaanse strijdkrachten). Deze annexering had meer commerciëele redenen dan politieke, want de Westelijke Sahara is zeer rijk aan fosfaten (meststoffen) en de kust is één van de visrijkste gebieden ter wereld voor sardienen. De meeste oorspronkelijke bewoners van de Sahara groepeerden zich en vormden het POLISARIO, die een strijdkracht op de been bracht (met steun van de USSR en Cuba want Polisario was een beetje (veel) communistisch.) en de strijd aanbond voor onafhankelijkheid met …..de Marokkaanse troepen vanaf de Berm (een verdedigingsgordel van opgehoogde aarde of een natuurlijke hindernis (vb het Atlasgebergte) tussen enerzijds Polisario militanten en anderzijds Marokkaanse troepen, voorzien(langs beide zijden) van de nodige mijnen, tanks, lichte en zware wapens. Het gebeurde niet zelden dat mijnen aan de ene zijde werden opgegraven door de tegenpartij en langs de andere zijde werden gelegd.).

Door mijn positieve ervaring in Namibië, stelde ik mij terug kandidaat, samen met Adjudant De Wilde René, 1ste Sergeant Majoor Ulens, 1ste Sergeant Majoor Arnauts Patrick en 1ste Sergeant  Bosseaux.

Door onbekende redenen werd de zending alsmaar uitgesteld en werden 1ste Sergeant Majoor Ulens Luc, 1ste Sergeant Majoor Arnauts en 1ste Sergeant  Bosseaux in 1992 en 1993 naar Bosnië gestuurd (ook omdat ze een ietwat betere relatie hadden met de toenmalige Boss van de Politie Flight.) Door die laatste opmerking verzeilde ik bij de reserve om te vertrekken naar de Sahara, dit ondanks verwoede pogingen van de COps (commandant operaties) om mij effectief te maken.

Toen we in Mar 1993 opeens groen licht kregen mocht ik vertrekken, samen met (weeral) Adjudant De Wilde René (We hadden toen al een andere Boss), maar het initiële effectief was verminderd van 10 naar 5. Deze 5 zouden de verkenning doen voor een later effectief van 20 man. Deze vijf waren: Majoor Delporte Eddy (2Cie MP), Adjudant De Wilde René (Politie Flight), Adjudant De Keulenaer (Politie Flight), 1ste Sergeant Majoor Craps Jean Pierre (2Cie MP) en Korporaal(ke) Van Mulders Guy (de rechterhand van Majoor Delporte
We vertrokken terug in de beige landmacht service dress zonder enig kenteken van onze uchtmacht identiteit, zelfs onze graden niet. Maar niet getreurd…..want we hadden onze “blauwe gallons” mee. Tijdens de eerste meetings merkten we dat de beide partijen meer respect hadden voor de zilveren ster op de rode passant dan voor onze “krol”. De reden was heel simpel; bij het Marokkaans leger is een zilveren ster een…..majoor. Dus hebben we wijselijk besloten om voor de verdere duur van ons verblijf ons “sterreke” te  blijven dragen.
Het vertrek vond plaats met een burgertoestel met een eerste landing in Casablanca. Daar hadden we een tweetal dagen om te acclimatiseren en de sfeer op te snuiven, het begon weeral eens goed !!!! Na twee dagen vertrokken we (terug met een burgertoestel) naar Laayoune (ook La Ayoune), dit is de “hoofdstad”van de Westelijke Sahara. In tegenstelling tot Namibië was CIVPOL nog niet aanwezig in de Sahara, hetgeen betekende dat wij startten van NUL. Er was wel een verzameling  van UNMO’s (United Nations Military Observers) onder het bevel van een …..Belg(Brigade Generaal Van Baelen, ex Provinciecommandant van Limburg). Geen kat die dat wist. Het klimaat in Laayoune was een aangename 45 graden met een beetje wind en ’s nachts zo’n 20 à 25 graden.
Ons politiekantoor was leeg en er was ook geen logement voorzien. Na een halve dag rondlopen mochten we onze intrek nemen in Hotel LAKOUARA (bijnaam Hotel Kakkerlak), dit was een hotel in opbouw en de kakkerlakken die we er vonden waren tussen de 5 en 10 cm groot. De enigen die daar ook gelogeerd waren waren de “Aussies”, de Australische troepen die instonden voor de communicatie. Prachtig werk hebben ze wel geleverd , maar drinken, drinken …..

De eerste weekmoesten we ons aanpassen aan de klimatologische omstandigheden, leren werken met de radio’s. Motorola Micom XR (HF met een reikwijdte van 150 à 600 Km) en Motorola GS300 (VHF of FM met een reikwijdte van 25 Km) beiden werken heel goed en laten zich gemakkelijk bedienen.

Een nieuwigheid was het GPS (Global Positioning System) systeem waarbij de oriëntatie gebeurt door het inbrengen van lengte- en breedtegraden, hetgeen uiteraard een groot verschil was met de door ons gebruikelijke coördinaten en ook omdat we hier westerlengte hebben in plaats van oosterlengte in België. In deze fase haalden we ook ons rijbewijs, dit was geen sinecure omdat de test bestond uit het leren rijden met een jeep rond ….de vuilnisbelt.
De tweede week moesten we ondervinding opdoen in de Team Sites van Smara (Team Sites zijn plaatsen waar de Military Observers ontplooid zijn), het betrof hier meestal een reeks van dubbelwandige tenten, ingedeeld in compartimenten, een waterzak van 20.000 liter, een electro groep, een keuken en een afsluiting. De ondervinding daar leerde ons dat vele UNMO’s na 6 maand nog altijd niet kunnen werken met het GPS systeem. Een bijkomend probleem was dat wij  daar dienst deden als volwaardige UNMO terwijl binnen de UNO deze componenten strikt gescheiden zijn want UNMO is militair en CIVPOL is burger. Dit zou problemen geven ingeval van een ongeval want in dit geval zou onze levensverzekering NIET meer geldig zijn, maar …..we waren toch militair.
De kaarten die we meekregen van de INT sectie van toenmalig Majoor Muzette waren recenter dan deze van de UNMO’s. Dank U wel majoor !!!!!! Dit rijden in “desert conditions” (vertaald door onze Duitse collega’s van de Bundesgrensschutz als: rijden in de woestijn met air conditioning) is wel een aparte belevenis. In bepaalde gevallen is er geen wind en zoals gebruikelijk maakt het eerste voertuig veel stof, zodanig dat de bemanning van het tweede voertuig altijd de sigaar is (remember mijn ongeval in Namibië [zie artikel UNTAG] ). Een tweede mogelijkheid is dat er kopwind is en dan krijgt het tweede voertuig terug al het stof, ofwel is er zijwind en dan rijdt men in een andere track (een spoor in de woestijn); hij rijdt dan niet meer in het spoor van het andere voertuig en maakt eigenlijk een veiligheidsfout. De patrouilleafstand varieerde van 150 naar 500 kilometer met als probleem:

          - alles lijkt hetzelfde

          - stof (na een patrouille lijken we meer op indianen dan op Belgen , but we stay cool !)

          - ongemarkeerde mijnenvelden (Spaans, Marokkaans en Polisario) het geschatte aantal ligt ergens tussen 150.000
            en 4.000.000 en niemand heeft nog de exacte posities ervan. Dit door de eerder vermelde opgravingen en
            anderzijds door de bewegingen van het zand.

Dit laatste is een grote handicap want de GPS toont U een richting op azimuth en in de praktijk is het niet mogelijk om zo te rijden want het motto is:

“Stay on the tracks” en “Pay attention, this is a waddy. It’s mined”

Een waddy is een rivierbedding (meestal droog) maar met nog enige vegetatie. In zo’n waddy is het niet uitzonderlijk dat er dode kamelen liggen zonder poten (kamelen van de ontmijningsdienst).

De uitwerking van een anti personeelsmijn op een voertuig is een grote schok en een lekke band, dit in tegenstelling tot een anti tankmijn waar men het voertuig wegcatapulteerd en wielophanging en motor niet meer herstelbaar zijn daar men deze stukken moet gaan samenrapen. Om nog te zwijgen van de inzittenden. Er zijn een paar UN voertuigen die hebben kunnen “profiteren” van deze explosieve toestanden, maar gelukkig zonder doden (wel gekwetsten en gehandicapten). Onze rudimentaire veiligheidmaatregelen waren dan ook:


          - Zandzakjes binnenin de voertuigen

          - Kevlardekens in de cockpit

          - Aangepaste snelheid (geen 110 Km/Hr zoals op één van de foto’s. nvdr op de plaats van de foto was de streek
            volledig mijnenvrij) want dit is de snelheid waarmee het voertuig weggeslingerd word.

          - Steeds voldoende water meenemen (minimum 20 liter per man)

          - Reserve brandstof meenemen (60 liter)

          - Gevechtsrantsoenen (voor minimum 5 dagen)

          - Nooit met één voertuig alléén in de woestijn rijden

          - Altijd zo’n 200 meter afstand houden

          - Uw verbandkist niet vergeten !!!!!

          - En ……OP DE TRACKS BLIJVEN.

Per week werden ook 2 luchtverkenningen uitgevoerd , meestal met een Mi17. Een rood verklikkerlampje (veiligheidslampjes) werden soms gedoofd door middel van een ….ijzerdraad

De volgende week werden wij (Adjudant  De Wilde, Adjudant De Keulenaer en 1ste Sergeant Majoor Craps ontplooid naar TINDOUF (Volledige zuiden van Algerije) voor de duur van 1 maand. De Mov (verplaatsing) daarnaartoe werd in twee etappes gedaan. Een eerste etappe via Smara, Meharis en Tifarity naar Bir Lahlou. Vanaf Smara via desert tracks, kaarten en GPS onder de “deskundige” leiding van de UNMO’s (we zijn wel 2 maal verkeerd gereden door hen te volgen). De tweede dag Mov van Bir Lahlou naar Tindouf (450 Km) via een serieuze waddy, en de zee ?? (ongeveer 42 miljoen jaar geleden) maar waar de sporen nog duidelijk merkbaar waren want elke steen die ge opraapt is een fossiel (we hebben er zo’n 5 kilo meegenomen).

Aangekomen in Tindouf werden we voorgesteld aan de Russische kolonel (kampcommandant en baas van de UNMO’s ter plaatse) en kregen we ons logement. Een blok met defecte airco, waardoor het al gauw de naam “VIP HOTEL” kreeg. Want ge moet weten dat de dagtemperaturen schommelden tussen de 60 en 65 graden Celsius en dat het ‘s nachts “afkoelde” naar ……38 graden. Dit betekende dat ge vooraleer te gaan slapen uw laken moest nemen, het bevochtigen en dan snel uw bed in en hopen dat ge sliep vooraleer het droog was; anders was het onmogelijk om de slaap te vatten in die hitte. Doordat het zo warm was moesten we ook veel drinken en ik kwam toch aan zo’n 10 liter per dag.
De tijd brachten we door met patrouilles te rijden en de polisariokampen te bezoeken (deze kampen hebben dezelfde naam als de steden, maar ze zetten er Villaya voor (vb Villaya Tindouf).

Het gebruikelijk ritueel in zo’n kamp is:

          - Aankomst en stilstand op een hoogte om een overzicht te krijgen van hun aantal.

          - Welkomst door de kampleiding in het kamp en bezoek aan het administratief centrum (meestal van zelfgebakken
            sten en aan elkaar “gekleefd” met aarde gemengd met water)

          - Theeceremonieel in een bloedhete tent. Men drinkt deze zijde van de “Berm” altijd 3 stuks:
                    1. Bitter as Life
                    2. Sweet as Love
                    3. Soft as Death
             Een klein detail hierbij is dat het water heel beperkt is om de afwas te doen, hetgeen betekend dat men de glazen
             van de  gesuikerde thee steeds afspoeld in hetzelfde water. Zodoende kleeft het tweede glas al aan uw handen en
             bij het derde glas moet ge al heel hard schudden om het eraf te krijgen.

          - Drinken van hun bron of een schoteltje met geite-of kamelenmelk.

          - Bezoek aan hun “groententuintje, dat ze meestal bevloeien met water uit ….tankwagens.

          - Soms, dans en muziek door plaatselijke schonen tot een stuk in de nacht.
We (enfin ik) hielden ons ook bezig met de registratie van de kiezers en het inbrengen in een database. Deze database dateerde van 1973 en soms kwam ik namen tegen van personen die reeds meer dan 100 jaar waren, want hun administratie was ook niet dat. Na een 50 tal bladzijden met Arabische namen werd ik stilaan gek en zeker toen men zei dat deze namen al bestonden op een diskette in ….. New York !!!!!!

Onze René ging dagelijks wandelen in het kamp (dat we gemakkelijkheidshalve ALCATRAZ gedoopt hadden om dat het volledig ommuurd was met om de 50 meter wachttorens met schildwachten en zoeklichten) en had er zijn plezier in een bende wilde honden op te jagen met zijn gehuil (misschien kwamen zijn dierlijke instincten boven).

Na een paar weken keerden we terug naar Laayoune met het vliegtuig en begon ik te werken als Admin en Ops Offr (administratie en operatie officier) in het HQ (hoofdkwartier). Een boeiende job die veel tijd bood voor patrouilles naar o.a. Dachla en het plannen van de verloven, ontwerpen van onze CIVPOL T-shirt en ontplooiîng naar andere Team sites.

Het was ook in die periode dat ik deelnam aan een Fuel Run (een bevoorrading van Brandstof) naar Oum Dreyga. We vertrokken met 5 tankwagens van het type Pegasus (ze verbruikten evenveel water als benzine, maar waren onverslijtbaar) en twee pick ups van Toyota. Ik had weeral eens “geluk” en kreeg er “één” toegewezen met 26 flessen gas en 6 jerrycans benzine (reserve). De buitentemperatuur was boven de 45 graden celsius. Ik werd toch even niet goed toen ik dit hoorde, maar we stonden er voor en moesten er door, dus ….vooruit met de ….Toyota. Vertrek om 0600 uur via een asfaltweg Boukra en vandaar de woestijn in, op GPS en op de tracks want Oum Dreyga lag middenin “indian territory” (het lag juist aan de Berm en de omgeving was dus gemijnd). Na een paar maal de weg te zijn kwijtgeraakt en na het blussen van een brand (door het blokkeren van de remmen) aan één van de tankwagens, kwamen we “moe maar gelukkig” rond 2200 uur aan op bestemming. Ik was vooral tevreden dat het zaakje in de laadbak van mijn voertuig niet ontploft was, al was er even paniek toen een van de flessen begon te lekken en we de kraan niet dicht kregen (oplossing: blijven rijden !!!). Bij aankomst was deze fles dus leeg.

De dag nadien een patrouille met de UNMO’s om de streek te verkennen en ’s anderendaag terug naar Laayoune met …….LEGE gasflessen.

Gedurende de ganse zending werkten we continu, dwz dat we 26 dagen aan één stuk werkten en dan hadden we 6 dagen CTO (compensatory time off) die we dan mochten doorbrengen in de mission area (Marokko en Las Palmas). De meeste malen spaarden we voor 12 dagen en vertrokken dan naar Agadir of Las Palmas om er even uit te zijn.
Ik geef jullie terug enkele opmerkelijke zaken die voor altijd zullen bijblijven:

     1. Op een dag waren we vrij en ik profiteerde van de gelegenheid om een beetje kleur te krijgen (zonnebaden). Ik nam mijn matras, trok mijn sloefkes aan, nam een paar flessen water mee en “placeerde” mij op een platform van de (metalen)
brandtrap. Na ingedommeld te zijn en terug wilde keren naar mijn kamer stelde ik vast dat mijn sloefen weg waren. Ik wilde
het platform verlaten maar kon niet. Zo heet was de metalen plaat, de enige mogelijke plaats om te staan was mijn matraske. Ik riep op de collega’s die beneden stonden, maar die gebaarden dat ze mij niet hoorden. Natuurlijk niet, zij hadden mijn sloefen weggenomen om mij te fixeren op mijn “plaatsje”. Na een uur doken ze op ……met mijn sloefen en kon ik naar mijn kamer. Oef !
     2. Toen we juist toekwamen was “onze” Guy de grote man want hij alléén kon Spaans, dit was ook één van de redenen waarom Maj Delporte hem had meegenomen. Op één van de meetings werd hem dus gevraagd om te vertalen wat het Polisario zei. Na ongeveer 2 minuten kwam hij terug buiten met het zweet op zijn voorhoofd want hij moest toegeven dat hij in feite geen Spaans kende en dus een beetje “gelogen” had over zijn kennis. Hij stond daar mooi voor “joker” voor het ganse detachement.
     3. Onze collega Sergeant Mohammed Nor uit Maleisië, kwam op een dag terug van patrouille met een verhakkeld voertuig. Hij was op een boom gereden die in de woestijn stond. Nu, dat kan allemaal wel zijn maar we gingen eens ter plaatse kijken. Er stond inderdaad één boom en daar rond was er een ……immens open vlakte van ettelijke vierkante kilometers. We hebben hem daarom, op onze medal parade, een medaille gegeven van …..stuntrijder.
     4. Op onze nationale feestdag was het in Tindouf weeral eens keuze uit vis en schapenvlees, dus stelde ik voor aan de
plaatselijke kok dat ik ging koken voor iedereen. Het menu was frieten met stoofvlees. Ik vroeg naar de ingrediënten  en hij had olijfolie, rundvlees, aardappelen en kruiden. Dus, alles OK. Aangezien hij over geen bier beschikte moest ik beroep doen op de CIVPOL kantine om aan blond bier en rode wijn te geraken. Toen ik merkte hoe ze de frieten bakten in een pan werd ik bijna gek en besloot een vaatje olijfolie in een kookpot te gieten en daar de frieten in te bakken; éénmaal voorbakken en dan zo heet mogelijk “afbakken”. Het enige probleem dat zich toen stelde was dat ze geen gerei hadden om de frieten uit de kom te halen. We hebben toen maar onze metalen spalken aanéén gebonden en deze gebruikt . Iedereen heeft genoten van dit Belgisch menu onder het motto: “LEVE DE KONING - VIVE LE ROI”. De kok die de ganse tijd niet van mijn zijde week, beloofde mij dat hij dit recept nooit ging vergeten en dat hij achteraf een restaurant wou openen met die specialiteit.
     5. Omdat we steeds behoorlijk voor de dag wilden komen, moesten we regelmatig onze voertuigen kuisen. Dit was een        aangename karwei want water was een welkome afwisseling in ons “verschroeiende “ bestaan . De werkwijze was heel simpel omdat we alle deuren mochten openzetten en de ganse zaak uitspuiten. Het enige waar we moesten voor zorgen was dat het dashbord niet te veel geraakt werd. Na 30 minuten was de boel terug droog, want de vochtigheidsgraad bedroeg amper 30%.
     6. Op één van onze “kruistochten” had de JP (Craps) stenen gekocht met mineralen in. Toen hij de stenen liet zien waren we verrast want inderdaad, in het midden waren er staafjes met daarop glinsterende kristallen. We vroegen waar hij deze gehaald had en hij beschreef de plaats. Ondertussen waren we bij onze “gebruikelijke” handelaar gegaan en stelden hem de vraag of hij ook zoiets verkocht. Het antwoord was: “neen, dit is een val voor toeristen want die staafjes zijn in de steen gekleefd en  daarna besprenkeld met glinsters. Om te weten of het echte zijn (want die bestaan echt, maar zijn zeeeeer zeldzaam) moet  ge ze in warm water leggen en dan zult ge zien dat bij de valse de staafjes loskomen en beginnen te drijven”. Wij terug bij JP en we vertelden hem dat als hij deze stenen in warm water legde, ze van kleur gingen veranderen. Dus de JP water gekookt en de steen erin. Resultaat …… de staafje kwamen los en gingen drijven. We bestierven het bijna van het lachen toen hij zei dat hij enkele kilo’s gekocht had en deze had opgestuurd naar huis. We vertelden hem toen de ware toedracht en hij heeft nooit willen verklappen wat hij ervoor betaald had.


     7. Onze Majoor Delporte was altijd bezig met opscheppen tegen ons (de luchtmachters) dat hij het kruim van zijn eenheid had meegenomen en dat zij werkelijk een “Dream Team” vormden. Na de “val” van Guy (zie para 2) en nog een paar andere “flaters” waren ze al fel gezakt in onze achting en toen het er na een 2-tal maanden bovenarms opzat tussen onze Majoor en de JP, schreef hij naar onze Korpscommandant (Luitenant Kolonel DELRUE) dat de luchtmacht een “Dream Team” was !!!!!!!!! Van zijn dream Team was er dan al lang geen sprake meer.
     8. Tijdens ons verblijf had onze Duitse Commissaris ons (voltallig CIVPOL Team) ingeschreven voor een .zangwedstrijd. De  volgende dagen moesten we oefenen in het zingen van ons CIVPOL lied (muziek: The lion sleeps tonight”) onder zijn          vakkundige begeleiding op de piano. Ik en René werden er niet goed van, dit was onze stijl niet, dit hadden we nog niet          meegemaakt. Toen we ook nog moesten dansen werden we helemaal onpasselijk. Grote mensen (die niet dronken waren) en de clown moesten uithangen, dat was erover. Dus we haakten af. We zijn wel naar de zangwedstrijd gegaan en hebben die ook gewonnen dankzij onze vrienden uit….Togo.
     9. In één van de Team Sites kregen we op een dag een voertuig toegewezen zonder GPS. Dit probleem zou vlug opgelost zijn want we kregen een draagbare GPS mee. Wij op stap, samen met twee Egyptische UNMO’s. We vertrokken naar M12, een Marokkaanse stelling op de Berm. Alles verliep vlot tot ze op de terugweg begonnen te rijden als gekken en we hen kwijt raakten door het opwaaiende stof. Tot overmaak van ramp viel onze GPS uit (platte batterij en geen laadkabel). Daar stonden  we dan. Rechts, links, voor en achteraan …..zand. Onze vertaler raadde ons aan te wachten tot het donker werd en ons dan op de sterren te oriënteren ???????. Wij dus gewacht en toen het donker werd stapte hij uit, wees ons een ster aan en zei ons:
         “Volg die ster maar”. We voelden ons net de drie koningen (we waren ook met drie), en inderdaad na een uurtje rijden kwamen we uit op …….500 meter van de Team Site !!!!!! Had het aan ons gelegen, dan reden we nu (anno 2007) nog rond in de Sahara. We hebben toen die Egyptische kapiteins eens deftig tegen hun kl…… gegeven.
    10. Finaciën: We hadden 40 dollar per dag, behalve in de Team Sites waar we ?¤????*?????* dollar per dag kregen, ter          compensatie van het eten en het klimaat. (*)
(*) Sorry Sir, I’m Max your computer? I’m terribly sorry but I can’t print the amount for the Team Site, because nobody
will believe it. Don’t try to overrule me because otherwise I will destroy myself within 5 seconds.Zoals ge ziet kan ik geen enkel risico nemen om de computer te verplichten dit bedrag neer te schrijven. Mijn excuses hiervoor.
    11. Bij Swiss Med (de Zwitserse medische dienst waar we ons konden op beroepen) hing volgende tekst:
         ”Medical Advice, AIDS can be caught through the ears by listening to ….ash holes”

De zending MINURSO werd door België afgeblazen op aanraden van Majoor Delporte die COps informeerde dat alle activiteit stil lag (*) en alzo alle bruggen opblies voor de volgende lichting MP’s die graag deze ervaring zouden opgedaan hebben. Dit betekend dat er slechts 06 MINURSO medaille in omloop zijn bij Defensie (waarvan nog 3 actief en 3 op rust; ik beschouw JP als zijnde "gepensioneerd”)

Zo gentlemen, dit was dan het tweede deel van mijn UNO zendingen. Ik hoop dat de lezers er iets kunnen van opsteken, eens gelachen hebben en bepaalde “toestanden” erkennen. Ondanks dit alles betuig ik mijn dank aan Defensie, het Luchtcomponent en het toenmalige MSC in het algemeen en de Comd van de Politie Flight anno 1991 en 1992 in het “bijzonder” omdat hij mij (onterecht) steeds als reserve zette (en meer aan vriendjespolitiek deed dan kennis te laten primeren) maar desondanks toch alles weer op zijn poten terechtgekomen is en ik weerom de kans gekregen heb om mijn kennis en ondervinding uit te breiden. Ik vermeld hierbij ook alle MINURSO collega’s (Duitsland, Oostenrijk, Togo en Maleisië) met een speciale vermelding voor Brigade Generaal Van Baelen omdat hij ons steeds de nodige steun en medewerking heeft gegeven.

Wordt vervolgt met deel 3: UNPROFOR (United Nations Protection Force).

(*) Dit is inderdaad zo (zelfs tot op heden) maar de werkelijke reden was dat Majoor Delporte in oktober een verkenning gedaan had naar Rwanda om daar een CIVPOL uit te bouwen en hij dolgraag naar daar wilde gaan. België wilde zich slechts engageren in één van beiden, vandaar. Majoor Delporte (samen met Van Mulders, zijn rechterhand) is inderdaad vertrokken in februari 1994 naar Rwanda, maar zonder enige Luchtmachter. We weten allemaal hoe dat is afgelopen !!!!!!!!!

© Adjudant Maj De Keulenaer

Niets in deze tekst mag worden gekopieerd, verspreid of op enige andere wijze verveelvoudigd zonder de toestemming van de schrijver.